“… zo heeft zij het gedaan tot een voorbereiding van Mijn begrafenis”
(Mattheüs 26:12)
We maken hier in de kerkbode, vanwege de lijdenstijd, even een sprong in de tijd. Hierna hopen we weer wat terug te gaan in het leven van Martha, Maria en Lazarus.
De Heere Jezus maakt Zijn laatste reis naar Jeruzalem. De Joodse leiders hebben het zich vast voorgenomen om nu die Jezus echt uit de weg te ruimen. En de Heere Jezus Zelf weet, dat nu Zijn tijd gekomen is. Hij is altijd al bereid geweest om Zijn leven te geven, maar telkens moest er eerst nog zo veel gebeuren; Zijn ‘ure was nog niet’. Nu echter maakt Hij welbewust Zijn laatste gang naar Jeruzalem. Nog even en Hij zal de dood in gaan om voor dode zondaren het leven te verwerven. Hij heeft Zich al die jaren op dit moment voorbereid. Wat een zegen ligt daar trouwens in: de dood overkwam Hem niet maar daarvoor kwam Hij in de wereld. Zijn hele voornemen was, om voor verzoening te zorgen en zondaren zalig te maken. Zou Hij nu van karakter veranderd zijn…?
Maar van de mensen om de Heere Jezus heen was nog niemand op Zijn dood voorbereid.
Toen Hij voor het eerst vertelde dat Hij moest gaan lijden en sterven weersprak Petrus Hem krachtig: ‘Heere, wees U genadig! dit zal U geenszins geschieden’ (Matth. 16:22). De discipelen konden zich niet voorstellen, dat hun Meester zou moeten sterven. O nee, als de Messias zou Hij toch juist sterker zijn dan al Zijn vijanden?
Maar langzamerhand leerden de discipelen, dat het echt niet anders kon. Daarom zei Thomas op zeker moment, haast depressief: ‘Laat ons ook gaan, opdat wij met Hem sterven’ (Joh. 11:16). Maar na Lazarus’ opstanding vlamde nieuwe hoop in hem op: ‘Ik zal niet sterven maar leven!’ Nee, aan sterven moest hij maar niet meer denken…
Ook Judas wilde niet van sterven weten. Immers, nog steeds was hij om één reden Jezus gevolgd! Hij had veel voor Hem losgelaten, maar hij zou straks nog meer terugkrijgen (Markus 10:30). En daarom weigert Judas nog steeds te geloven dat de Heere Jezus echt op weg is naar het kruis…
Maar één gelooft het wel: Maria. Ze weet zeker dat dit de laatste keer is dat Jezus met Zijn discipelen in hun huis verblijft. Wat kan ze op dit gewichtige moment zeggen? Ze is geen vrouw van veel woorden. Maar wel van veel liefde! Het waardevolste dat ze heeft wil ze Hem geven. Een fles nardus! En voordat iemand het in de gaten heeft breekt ze de fles open en giet ze de zalf uit over Hem, van top tot teen. De Gezalfde wordt gezalfd. O ja, ze zou Hem ook kunnen balsemen als Hij gestorven is, maar liever geeft ze het Hem bij leven. Voordat Hij Zijn belangrijkste werk gaat doen moet Hij goed verzorgd worden. Zo wil ze Hem al Zijn liefde waardig schatten, wijl Hij haar rechterhand wou vatten.
Maar hoe komt het, dat Maria alleen er op voorbereid is? Zou dat niet te maken hebben met die andere keer dat Jezus bij hen in huis was? Maria zat aan Zijn voeten (Luk. 10:39). Daar hing zij aan Zijn lippen, daar zag ze Zijn liefde, daar hoorde ze Zijn doel. En terwijl Hij vertelde dat Hij sterven moest, geloofde ze dat Hij sterven zou. En dat zij dit nodig had. De discipelen dachten: als Jezus sterft is alles verloren. Maria voelde aan: als Jezus niet zou sterven is alles verloren. Dat geloofde ze en daarvan getuigde ze in die ene daad.
‘Leer mij, o Heer’, Uw lijden recht betrachten’ zingen we (toch?). Maar hoe kom je zo ver? Aan Zijn voeten. Zijn lijden betrachten leer je niet in de drukte van de wereld of in je kerkelijke ijver. Maar alleen daar, waar je echt wilt horen wat de Heere te zeggen heeft en echt leert wat je nodig hebt.
Vaak ligt daar ons grootste probleem: we voelen ons grootste probleem niet. We durven niet werkelijk stil te staan bij de leegte in onze ziel en bij de grootte van onze schuld. En misschien nog wel minder: bij de werkelijkheid van de dood. Wij moeten sterven. Zo’n aangrijpende gedachte. Alles loslaten, de onbekende dood in, en dan voor God verschijnen. Voorbereiden op je sterfdag en op je begrafenis – dat doe je niet graag. Liever hebben we het over leuke dingen of over de ellende van een ander. En toch… zoek eens de rust en laat het echt op u inwerken: ik moet sterven, en dan…?
Dan is er maar één antwoord. Om dat antwoord te kennen moeten we Jezus kennen. Aan Zijn voeten knielen, Zijn Woord horen en aanvaarden. Zie onder ogen dat de Heere Jezus echt sterven moest omdat u echt sterven moet. Dat Hij de dood droeg omdat u de dood verdient. Een pijnlijke boodschap, maar negeer die niet.
Want het is ook zo’n bevrijdende boodschap! Hier zie je Zijn liefde. Dan hoef je niet de gedachte aan het sterven ver weg te stoppen. Juist niet. Het bittere lijden van Jezus is zo zoet. Zijn graf geeft een reuke des levens, ten leven.
M. van Reenen V.D.m.