1. Voor den opperzangmeester, op de Gittith; een psalm voor de kinderen van Korach.
2. Hoe lieflijk zijn Uw woningen, o HEERE der heirscharen!
3. Mijn ziel is begerig en bezwijkt ook van verlangen naar de voorhoven des HEEREN; mijn hart en mijn vlees roepen uit tot den levenden God.
Gerelateerd