Mattheüs 6:19-26
19. Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen;
20. Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen.
21. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
22. De kaars des lichaams is het oog; indien dan uw oog eenvoudig is, zo zal uw gehele lichaam verlicht wezen;
23. Maar indien uw oog boos is, zo zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien dan het licht dat in u is, duisternis is, hoe groot zal de duisternis zelve zijn!
24. Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon.
25. Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten en wat gij drinken zult, noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding?
26. Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien noch maaien, noch verzamelen in de schuren, en uw hemelse Vader voedt nochtans dezelve; gaat gij dezelve niet zeer veel te boven?