Lukas 23:6-12
6. Als nu Pilatus van Galiléa hoorde, vraagde hij of die Mens een Galileeër was.
7. En verstaande dat Hij uit het gebied van Herodes was, zond hij Hem heen tot Herodes, die ook zelf in die dagen binnen Jeruzalem was.
8. En als Herodes Jezus zag, werd hij zeer verblijd; want hij was van overlang begerig geweest Hem te zien omdat hij veel van Hem hoorde; en hoopte enig teken te zien, dat van Hem gedaan zou worden.
9. En hij vraagde Hem met vele woorden; doch Hij antwoordde hem niets.
10. En de overpriesters en de schriftgeleerden stonden en beschuldigden Hem heftiglijk.
11. En Herodes met zijn krijgslieden Hem veracht en bespot hebbende, deed Hem een blinkend kleed aan en zond Hem weder tot Pilatus.
12. En op denzelfden dag werden Pilatus en Herodes vrienden met elkander; want zij waren tevoren in vijandschap tegen elkander.