Leviticus 16:20-22
20. Als hij nu zal geëindigd hebben van het heilige en de tent der samenkomst en het altaar te verzoenen, zo zal hij dien levenden bok toebrengen.
21. En Aäron zal beide zijn handen op het hoofd van den levenden bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden der kinderen Israëls en al hun overtredingen, naar al hun zonden, belijden; en hij zal die op het hoofd van den bok leggen en zal hem door de hand eens mans die voorhanden is, naar de woestijn uitlaten.
22. Alzo zal die bok op zich al hun ongerechtigheden in een afgezonderd land wegdragen; en hij zal dien bok in de woestijn uitlaten.