2 Kronieken 35:1-10 – “Voorbereiding op het pascha”
1. Daarna hield Josía het pascha den HEERE te Jeruzalem; en zij slachtten het pascha op den veertiende der eerste maand.
2. En hij stelde de priesters op hun wachten; en hij sterkte hen tot den dienst van het huis des HEEREN.
3. En hij zeide tot de Levieten, die gans Israël onderwezen, die den HEERE heilig waren: Zet de heilige ark in het huis hetwelk Sálomo, de zoon van David, den koning Israëls, gebouwd heeft; gij hebt geen last op de schouders; dient nu den HEERE uw God, en Zijn volk Israël;
4. En bereidt u naar de huizen uwer vaderen, naar uw verdelingen, naar het voorschrift van David, den koning Israëls, en naar de beschrijving van zijn zoon Sálomo;
5. En staat in het heiligdom, naar de onderscheiding der vaderlijke huizen, voor uw broederen, het volk, en naar de afdeling van de vaderlijke huizen der Levieten;
6. En slacht het pascha, en heiligt u en bereidt dat voor uw broederen, doende naar het woord des HEEREN door de hand van Mozes.
7. En Josía gaf voor het volk, van kleinvee, lammeren en jonge geitenbokken, die alle tot paasoffers, naar al hetgeen dat daar gevonden werd, in getal dertigduizend; maar van runderen drieduizend; dit was van des konings have.
8. Ook gaven zijn vorsten tot een vrijwillig offer voor het volk, voor de priesters en voor de Levieten; Hilkía en Zacharía en Jehíël, de oversten van het huis Gods, gaven den priesters tot paasoffers tweeduizend en zeshonderd kleinvee en driehonderd runderen.
9. Daartoe Chonánja en Semája en Netháneël, zijn broederen, mitsgaders Hasábja en Jeíël en Józabad, de oversten der Levieten, gaven den Levieten tot paasoffers vijfduizend kleinvee en vijfhonderd runderen.
10. Alzo werd de dienst toebereid; en de priesters stonden in hun standplaats en de Levieten in hun verdelingen, naar het gebod des konings.
Thema: “Voorbereiding op het pascha”
1) Tot rust komen
2) Tot God komen
3) Tot het offer komen