24 juli 2022

2 Kronieken 34:14-23

Predikant:

14. En als zij het geld uitnamen dat in het huis des HEEREN gebracht was, vond de priester Hilkía het wetboek des HEEREN, gegeven door de hand van Mozes.
15. En Hilkía antwoordde en zeide tot Safan, den schrijver: Ik heb het wetboek gevonden in het huis des HEEREN. En Hilkía gaf Safan het boek.
16. En Safan droeg het boek tot den koning; daarbenevens bracht hij nog den koning bescheid weder, zeggende: Al wat in de hand uwer knechten gegeven is, dat doen zij;
17. En zij hebben het geld samengestort dat in het huis des HEEREN gevonden is, en hebben het gegeven in de hand der bestelden en in de hand dergenen die het werk maakten.
18. Voorts gaf Safan, de schrijver, den koning te kennen, zeggende: Hilkía, de priester, heeft mij een boek gegeven. En Safan las daarin voor het aangezicht des konings.
19. Het geschiedde nu als de koning de woorden der wet hoorde, dat hij zijn klederen scheurde.
20. En de koning gebood Hilkía en Ahíkam, den zoon van Safan, en Abdon, den zoon van Micha, en Safan, den schrijver, en Asája, den knecht des konings, zeggende:
21. Gaat heen, vraagt den HEERE voor mij en voor het overgeblevene in Israël en in Juda, over de woorden dezes boeks, dat gevonden is; want de grimmigheid des HEEREN is groot, die over ons uitgegoten is, omdat onze vaders niet hebben gehouden het woord des HEEREN, om te doen naar al hetgeen dat in dat boek geschreven is.
22. Toen ging Hilkía heen en die des konings waren, tot de profetes Hulda, de huisvrouw van Sallum, den zoon van Tokhat, den zoon van Hasra, den klederbewaarder. Zij nu woonde te Jeruzalem in het tweede deel; en zij spraken zulks tot haar.
23. En zij zeide tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israëls: Zegt den man die ulieden tot Mij gezonden heeft: