4. Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot hen: Gij dorre beenderen, hoort des HEEREN woord. 9. En Hij zeide tot mij: Profeteer tot den…
25. En gij, o onheilig, goddeloos vorst van Israël, wiens dag komen zal ten tijde der uiterste ongerechtigheid; 26. Alzo zegt de Heere HEERE: Doe dien hoed weg en hef…